Toen ik zo de betekenissen van pin 牝 aan het uitpluizen was, moest ik denken aan de Daodejing. Pin 牝 komt voor in Het Oordeel van hexagram 2 (en in Het Oordeel van hexagram 30, maar dit terzijde):
利牝馬之貞.
"Gunstig bij een raadpleging voor een merrie". Mocht de I Tjing geraadpleegd worden voor het al dan niet drachtig zijn van een merrie (pinma 牝馬 = 'vrouwelijk paard'), dan is dit een gunstig antwoord: de merrie is drachtig. In overdrachtelijke zin betekent deze tekst dat dit antwoord gunstig is voor alle specifiek vrouwelijke aangelegenheden.
Pin 牝 betekent dus over het algemeen 'vrouwelijk' (雌性的獸類,引申為雌性的), dit vinden we ook terug in het schriftteken zoals het op de orakelbotten voorkomt: een dier met daarnaast het teken voor 'vrouw', met andere woorden een vrouwelijk dier. Maar pin heeft ook nog een andere betekenis, namelijk 'ravijn' of 'vallei' (溪谷). Nu wordt het vrouwelijke van oudsher al aan hexagram 2 gekoppeld, en het is interessant om te zien dat de betekenis 'vallei' een link legt met andere teksten zoals de Daodejing 道德經, waar we 'vallei' ook aantreffen in combinatie met het vrouwelijke. In hoofdstuk 6 staat:
谷神不死, 是谓玄牝.
"De valleigeest sterft nooit, hij wordt genoemd 'het mysterieuze vrouwelijke' ".
Ook in oude boeken als de Da Dai Liji 大戴禮記, 'De aantekeningen over rituelen van Dai de Oude', wordt verteld: 丘陵為牡,谿谷為牝 - "heuvels zijn mu 牡 mannelijk, valleien zijn pin 牝 vrouwelijk". Een link met de geslachtsdelen ligt hier voor de hand. Een andere betekenis van pin 牝 was vroeger ook 'het deel van het slot wat de sleutel ontvangt' (古代鎖具容受鍵的部分). In de Liji 禮記, het Boek der Rituelen, lezen we dan ook "de sleutel is mannelijk, het slot is vrouwelijk" (鍵,牡; 閉,牝也).
Hoewel het schriftteken van hexagram 2, kun 坤, voor het eerst wordt genoemd in de I Tjing en we dus geen andere literatuur kunnen aanhalen om de betekenis van dit schriftteken boven water te krijgen, zouden we kunnen speculeren dat dit 'vallei' betekent. Het schriftteken bestaat uit twee stukjes, 土 voor 'aarde' en 申 voor 'uitgestrekt' (volgens Karlgren, GSR 421a). Dit zóu natuurlijk ook op een vallei kunnen slaan, waarbij we kunnen aantekenen dat valleien vaak vruchtbaar (=vrouwelijk) zijn door het regenwater wat er naar toestroomt. Ik hou niet zo van speculeren dus hier stop ik er maar mee, desalniettemin vond ik het toch wel aardig om dit in mijn dagboek te vermelden.