Friday, December 3. 2004
Net op de mat: twee artikelen van Carrie Reed over tatoeages in het
oude China. Geen kopieën, maar mooie originelen. Daar kan ik altijd zo
vrolijk van worden, als mensen de moeite nemen zoiets geheel
belangeloos toe te sturen. Zonder dit soort hulp zou het (be-)studeren
van het oude China veel moeilijker en minder leuk zijn.
Ik heb weer leesvoer voor dit weekend. Joepie!
Thursday, December 2. 2004
Hu Yuan kan dan wel zeggen dat "Tian 天 gezien moet worden als er 而", en dat "Er 而 in de Han-tijd een straf was waarbij het haar aan de slapen werd afgeschoren", maar dit wordt niet ondersteund door mijn o zo grote Hanyu Da Zidian 漢語大字典 en Hanyu Da Cidian 漢語大詞典-woordenboeken - die maken hier geen melding van. En dan word ik achterdochtig. 'Eén bron is geen bron', is mijn devies. Wat doe je in zo'n geval? Niet verder modderen maar een expert inschakelen. Ik heb Burchard Mansvelt Beck, voormalig docent aan het Sinologisch Instituut in Leiden en groot kenner van de Han-dynastie maar een mailtje geschreven. In het verleden heeft hij me al vaak uit de brand geholpen, ik hoop dat hij hier ook zijn licht over wil laten schijnen.
Ook Gao Heng 高亨 heeft hier wat over te zeggen in zijn Zhouyi Gu Jing Jin Zhu 周易古經今注 ('De oude klassieke Zhouyi met moderne toelichting' of zoiets), een invloedrijk boek wat veel waardevolle inzichten over de betekenis van Chinese karakters in de I Tjing bevat, hoewel ook veel van zijn ideeën een beetje vergezocht zijn. In een volgend stukje een vertaling van wat hij te zeggen heeft over 天.
David Helliwell mailde me dat hij de Qian Yi heeft gekopieerd en naar
me toestuurt! Ik ben al zólang op zoek naar een kopie van de Qian Yi
dat ik nauwelijks kan geloven dat -ie straks bij me op de mat ligt.....
Ik ben blij.
Tuesday, November 30. 2004
"The work is in the series "siku quanshu cunmu congshu". We can't lend you the volume, but could probably provide a photocopy. Actually, the book is in a warehouse outside Oxford (we have run out of space), and will take a day or two to come. I will contact you as soon as I get my hands on it." Spannend!
In het boek 'Fortunetellers & Philosophers' van Richard J. Smith wordt gesproken over de Qian Yi 籤易 van Lu Han 盧翰 uit de Ming-dynastie (1368-1644): een boek met 384 verzen die een directe link met de I Tjing zouden hebben. Omdat ik nieuwsgierig was naar die link ben ik in september naar de bibliotheek van het Sinologisch Instituut in Leiden getogen. Smith vermeldt in zijn boek dat de Qian Yi is opgenomen in de Siku Quanshu 四庫全書, een encyclopedisch werk uit de Qianlong-periode (1736-1795) vól met bekende en minder bekende boeken, en aangezien elke zichzelf respecterende sinologische bibliotheek een exemplaar heeft van de SKQS leek Leiden me de aangewezen plek om naar de Qian Yi te zoeken. Wat ik niet wist is dat er verschillende edities bestaan van de SKQS, ieder met een iets andere inhoud, en dat er ook supplementen op de SKQS zijn. Na tweeëneenhalf uur(!) zoeken kwam de bibliothecaris er achter dat hún editie van de SKQS níet de Qian Yi bevatte, maar dat deze te vinden was in een supplement van een andere editie. Zucht. Mij werd geadviseerd contact op te nemen met de bibliotheek in Heidelberg. Aldus deed ik in september. Overigens heb ik me best vermaakt in Leiden, want de bibliotheek daar heeft veel interessant leesvoer. Gisteravond: antwoord van Anne Labitzky-Wagner, de bibliothecaris van de bibliotheek van de universiteit in Heidelberg! "Dear Mr. Mesker, I checked your data in one of our Siku quanshu zongmu. I found a very small entry, though not the book itself. Checking the Chinese University of Hong Kong OPAC, I found it in Siku quanshu cunmu congshu, zi bu, vol. 66. (there the titel is on pages 649-687). The Siku quanshu cunmu songshu is in the Bodleian in Oxford. You could contact David Helliwell at the Bodleian, he should be able to help you." Dus heb ik natuurlijk gelijk een mail gestuurd naar meneer Helliwell. Ik ben benieuwd waar hij mee op de proppen komt. In de 周易大辭典 wordt Lu Han omschreven als iemand die dan wel veel af wist van de I Tjing, maar dat zijn werk rommelig en langdradig was, met geforceerde interpretaties ("而雜引經語史事相似者,類附于下,頗為冗雜附會" ). Daarnaast fabriceerde hij veel plaatjes, maar door de overvloed daarvan werd het verduidelijkende effect vaak teniet gedaan ("立圖太多,往往畫蛇添足" ). Arme man. Doe je zo je best, wordt er na vier eeuwen nog misprijzend over je gesproken.
Monday, November 29. 2004
Ze stuurt het artikel op! Spannend.
Hu Yuan (993-1059) in de 周易折中 Zhouyi Zhezhong: “天"當作而字,古文相類,后人傳寫之誤也。然謂而者,在漢法,有罪髠其鬢髮曰而。 "Tian moet gezien worden als er 而, in Klassiek Chinees waren deze twee karakters hetzelfde, in latere generaties werd dit verkeerd gekopieerd. Er 而 was in de Han-tijd een straf waarbij het haar aan de slapen werd afgeschoren. " 周易大辭典 (Groot Woordenboek van de Zhouyi): ''天"為黥額,即烙額。(古代的一種刑罰,用燒紅的刑具烙傷犯人的額頭 ) "天"亦說是'髠首', 即 "剃光頭". "Tian betekent qing e 黥額, 'misdadigers brandmerken/tatoëren op het voorhoofd' (een oude straf waarbij een martelinstrument roodgloeiend werd verhit en op het voorhoofd van de veroordeelde gedrukt). Tian betekent ook di shou 髠首, dit is 'iemands hoofd scheren als straf'."
Het karakter tian 天 komt op een paar plekken voor in de I Tjing (1-5, 14-3, 14-6, 26-6, 36-6, 38-3, 44-5 en 61-6), meestal in de betekenis van 'hemel', al dan niet met een hoofdletter. Bij 38-3 betekent het echter wat anders. "其人天且劓." Hier gaat het om de tian-straf: een tatoeage op het voorhoofd (古代一種在額頭上刺字的刑罰 volgens 漢語大字典 ).
Nu rijst de vraag (bij mij althans): wanneer werd deze straf uitgevoerd, voor welk vergrijp? Hoe zag zo'n tatoeage eruit? Toen ik ging zoeken op internet kwam ik regelmatig een artikel tegen van Carrie E. Reed, Tattoo in Early China. Mevrouw Reed blijkt verbonden te zijn aan een universiteit, en dan heb je een e-mailadres. Net dus maar even een e-mailtje gestuurd.
Richard Rutt zegt over tian: "Tian, 'branded' may mean black-branded or tattooed, but may be a copyist's error for the similar character er shaven-headed. Wen Yiduo thought it could be an error for wu 'cutting off the feet'. All three interpretations suggest the man has been juridically punished. Since there is no evidence about a legal code in early Zhou, the matter cannot be confirmed."
Meer info volgt hopelijk snel.
Sunday, November 28. 2004
Het karakter li 厲 komt regelmatig voor in de I Tjing, namelijk in 1-3, 6-3, 9-6, 10-5, 18-1, 21-5, 24-3, 26-1, 27-6, 33-1, 33-3, 34-3, 35-4, 35-6, 37-3, 38-4, 43-0, 44-3, 49-3, 51-2, 51-5, 52-3, 53-1, 56-3, 58-5, 62-4 en 63-6. Het wordt vaak vertaald met ' gevaar', maar het is wel een speciaal soort gevaar. Het schriftteken is het plaatje van een schorpioen die zich verborgen houdt. Het gaat hierbij dus om verborgen gevaar, dingen die je niet verwacht en ook moeilijk kan zien aankomen. Voorzichtigheid is dus geboden, en ook langzame vooruitgang in plaats van haast kan problemen voorkomen......
|